studeren

studeren

In Nederland krijgen studenten van het WO en studenten in het Hoger beroepsonderwijs studiefinanciering, wat geregeld wordt vanuit de Dienst Uitvoering Onderwijs in Groningen. Deelnemers aan het Middelbaar beroepsonderwijs ontvangen studiefinanciering als ze achttien jaar of ouder zijn.

Studenten kunnen invloed uitoefenen op hun onderwijsinstelling op het niveau van de opleiding (opleidingscommissies), faculteit (faculteitsraad) en universiteit (universiteitsraad). De instelling mag er ook voor kiezen voor het systeem van gedeelde medezeggenschap. Dit betekent dat in plaats van een faculteits- of universiteitsraad, die voor de helft uit studenten en voor de helft uit medewerkers bestaat, de wet medezeggenschap verloopt via aparte medezeggenschapsorganen voor studenten en medewerkers. Dit zijn de facultaire studentenraad, facultaire ondernemingsraad, centrale studentenraad, centrale ondernemingsraad. Indien hiervoor wordt gekozen zijn de laatste twee verplicht minimaal een keer per jaar gezamenlijk te vergaderen. Voor de raden vinden regelmatig verkiezingen plaats.

Verder zijn er in veel steden studentenvakbonden die opkomen voor de student in het algemeen. Landelijk zijn al deze vakbonden verenigd in de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) en het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO). Deze twee landelijke vakbonden houden elkaar scherp.

Voor Nederlandse studenten die in het buitenland studeren, willen studeren of gestudeerd hebben is er NEWS, het verband van Nederlandse studenten in het buitenland.

 

Hbo-opleidingen worden verzorgd door hogescholen. Zij leiden op tot hogerkaderfuncties binnen het bedrijfsleven en de overheid. In tegenstelling tot universiteiten zijn hbo-opleidingen primair gericht, naast de overdracht van vaktheoretische kennis, op de ontwikkeling van vaardigheden in nauwe aansluiting op de beroepspraktijk.

Hogescholen kunnen zijn onderverdeeld in verschillende organisatorische eenheden, vaak faculteiten genoemd. Binnen een eenheid zijn verschillende opleidingen te volgen. De meeste opleidingen hebben vanaf het derde jaar een specialisatiemogelijkheid, waarbij studenten van dezelfde opleiding kunnen kiezen uit verschillende lesprogramma's. In het derde jaar is, in tegenstelling tot universiteiten, een stage of een leerarbeidsplaats verplicht. In het vierde jaar schrijft de student een scriptie of afstudeeropdracht en loopt die, afhankelijk van de opleiding, een stage of heeft die een leerarbeidsplaats. Bij een leerarbeidsplaats komt de student echt in dienst van het bedrijf.

Hbo-opleidingen duren meestal 4 jaar van ieder 60 ECTS-studiepunten. Daarvan omvat de voorbereidende fase 1 jaar en de hoofdfase 3 jaar.

Er zijn varianten die korter duren, maar dit is bijna alleen het geval bij opleidingen waar de student al een opleiding heeft afgerond in een soortgelijke beroepspraktijk of hij of zij een vwo-diploma heeft behaald. Na het behalen van het hbo-diploma mag men de volgende titels voeren:

·         Baccalaureus (bc.) : titel toegekend bij een afgeronde studie aan een hogeschool met een niet-technische of natuurwetenschappelijke achtergrond. In de praktijk gebruiken afgestudeerden zelden deze titel.

·         ingenieur (ing.) : titel toegekend bij een afgeronde studie aan een hogeschool met een technische of natuurwetenschappelijke achtergrond. Deze titel wordt in praktijk, ook na invoering van het Bachelor/Master-stelsel, wèl vaak gebruikt, en dan vooral in de wetenschappelijke wereld.

Om te studeren aan een hogeschool dient men in principe minimaal over een vooropleiding havo, vwo of mbo niveau 4 te beschikken. In sommige gevallen gelden er aanvullende eisen.

Ook is op sommige hogescholen de zogeheten 21+ regeling van kracht. Deze houdt in dat studenten ouder dan 21 jaar niet over de vooropleidingseisen hoeven te beschikken. Zij kunnen door middel van een toelatingsonderzoek toch toegelaten worden tot een hogeschool.

Door de invoering van de bachelor-masterstructuur is een hbo-opleiding een vierjarige bacheloropleiding geworden. Nadat ze zijn afgestudeerd kunnen ze de internationale graad Bachelor (B.) voeren. De vroegere hbo-titels baccalaureus ofingenieur mogen in Nederland echter ook nog worden gebruikt.

Iemand die een hbo-(bachelor)diploma heeft behaald kan in principe, na universitaire goedkeuring van een commissie of studieadviseur, een master-studie volgen aan een universiteit. Een aantal Nederlandse universiteiten vereist hierbij wel (bij bepaalde studies, zoals rechten) dat deze persoon eerst een universitaire bachelor (B.A./B.Sc.) behaalt om toegelaten te worden tot de desbetreffende masterfase. Dit omdat studenten met alleen een hbo-bachelor vaak bepaalde academische basiskennis en achtergrond missen die nodig is voor de universitaire masteropleiding. Hbo-bachelors kunnen, na toelating tot de universiteit, deze universitaire bachelorgraad alsnog behalen via een verkort programma (van meestal één jaar). Ook biedt een havodiploma plus een hbo-propedeuse toegang tot het eerste jaar van een universiteit. Vaak stellen universiteiten dan wel aanvullende eisen.